Wat houdt zo’n titerbepaling nu precies in?
De titer van antilichamen in het bloed is de verdunning van dit bloed, waarbij deze antilichamen nog aantoonbaar zijn.
Het bloed wordt dus verdund en indien er bij de hoogste verdunning nog steeds antilichamen worden aangetoond, dan is dit een hoge titer. Indien er bij een lage verdunning antilichamen worden aangetoond, dan is dit een lage titer. Wat belangrijk is om te weten, is dat niet de hoogte van de titers belangrijk zijn, maar slechts de aanwezigheid van antilichamen. Het heeft geen enkele zin om een hond te vaccineren die nog antilichamen heeft welke ontstaan zijn na een vorige vaccinatie. De titers zullen niet verhoogd worden. In een dergelijk geval is er dan sprake van onnodig en/of overbodig vaccineren.
Er zijn een aantal mogelijkheden om titers te bepalen. Dit kan in een laboratorium gebeuren door middel van een virus neutralisatie- of hemagglutinatie inhibitie test. Er bestaat ook een test die de dierenarts zelf kan uitvoeren. Deze test heet VacciCheck en wordt door de WSAVA gezien als een betrouwbare test met een goede voorspellende waarde.
VacciCheck is een ELISA-test die antilichamen (antistoffen) in het bloed meet tegen infectieuze hepatitis, parvo en distemper (hondenziekte) bij de hond en panleukopenie (kattenziekte), herpes en calici (niesziekte) bij de kat.
ELISA is de afkorting van Enzyme-linked ImmunoSorbent Assay. Het is een test (assay) waarin een antistof reageert (immuno) op een antigeen (bijvoorbeeld parvovirus) dat gebonden is aan een plastic oppervlak (sorbent). Om die reactie meetbaar te maken, wordt een enzym gebruikt (enzyme-linked) dat een kleurreactie kan opwekken.
Het voordeel van de VacciCheck titertest is dat er maar een druppeltje bloed nodig is en dat de uitslag na 23 minuten bekend is. Het is niet belastend voor het dier en minder pijnlijk dan een vaccinatie. De uitslag wordt getoond op een wit plastic stripje met daarop maximaal 4 grijze stippen waarvan de bovenste de positieve referentie stip is. Deze geeft, ongeacht de kleur, altijd dezelfde waarde aan (3). Daarna volgen de stippen voor de ziekten waarop we testen. Indien de stippen dezelfde kleur hebben of donkerder zijn dan deze referentie stip, betekent dit dat de titers positief zijn. Een tint lichter dan de referentie stip is zwak positief, de rest is negatief. De waarden gaan van 0 t/m 6.
0 en 1 is negatief, 2 is zwak positief, 3 en 4 is positief, 5 en 6 is hoog positief.
Voor elke ziekte kan er dus een andere titer worden gemeten en afhankelijk van de hoogte van de titer moet er wel of niet zoveel mogelijk op maat worden gevaccineerd.
Omdat we er natuurlijk voor willen zorgen dat onze dieren niet ziek worden en geen andere dieren kunnen besmetten, gaan we bij een uitslag van 0 en 1 vaccineren.
Hond:
Indien de titers voor hepatitis negatief zijn, dan zit er niets anders op dan de hond de volledige cocktail te geven (DHP). Het vaccin tegen hepatitis is namelijk niet los verkrijgbaar.
Indien de titers voor parvo te laag zijn, dan vaccineren we de hond met een los parvo (P) vaccin.
Indien de titers voor distemper te laag zijn, dan vaccineren we de hond met een cocktail van distemper en parvo (DP). Het distemper vaccin is in België en Nederland namelijk niet los verkrijgbaar.
Kat:
Indien de titers voor panleukopenie negatief zijn, dan zit er niets anders op dan de kat de volledige cocktail te geven (panleukopenie, herpes en calici). Het vaccin tegen panleukopenie is namelijk niet los verkrijgbaar.
Indien de titers voor herpes en calici te laag zijn, dan vaccineren we de kat met een cocktail van herpes en calici.
De vraag naar titerbepalingen neemt explosief toe en daarmee ook de vraag naar maatwerk vaccinaties. Het zou fantastisch zijn als de vaccinproducenten losse vaccins op de markt zouden brengen zodat honden en katten niet gevaccineerd hoeven worden met vaccins die volgens hun titertest niet nodig zijn.